h1

Talent in huis. Succes gegarandeerd?

20/10/2011

Enkele recente artikelen over inhuren van talent en wat we van deze talenten kunnen verwachten brengen enkele verschillen in opinie aan de oppervlakte. Voor alle duidelijkheid: deze artikelen gaan over het recruteren van business talenten, de waarde die ze toevoegen aan een bedrijf en het niveau van aandacht dat gegeven dient te worden aan hun ontwikkeling. Weze het in business, sport of kunst, talent is onmiskenbaar een voorwaarde om te slagen en een plaats in de spots op te eisen.
In tegenstelling tot sport of kunst is er voor business talenten meer discussie over het feit of deze talenten ook het vele geld en aandacht waard zijn. Volgens William Taylor van Fastcompany  wordt er te veel geld (en verwachtingen) geïnvesteerd in de zogenaamde supertalenten. Investeren in het vormen van meer evenwichtige teams kunnen volgens hem voor veel minder geld en toch collectief uitstekende prestaties opleveren. Wat is het dan dat een talent overeenkomstig laat presteren? Taylor ziet een oplossing in het optimaliseren van de externe stimuli zoals organisatie, collega’s en management aandacht.
Supertalenten zijn niet enkel overgewaardeerd maar daarenboven besteden een meerderheid van de werkgevers te weinig aandacht aan het begeleiden van de talenten zodat maximaal gebruik gemaakt wordt van hun competenties. Slechts 11% van de organisaties geven aan een talent management policy te hebben, 60% heft geen zo’n policy en de rest laat het eenvoudig aan HR over om talenten te begeleiden.

De voor de hand liggende vraag blijft dus. Moeten we talenten (blijven) inhuren? Ik ben er van overtuigd dat uw HR afdeling en business manager hierop een duidelijk antwoord kunnen geven.
Mijn vraag gaat evenwel wat verder: eens het talent gespot, hoe kunnen we hem of haar screenen zodat het talent past in onze teams en intrinsiek de verwachtingen kan inlossen? In sport, een domein waarvoor ik toch enige ervaring kan claimen, zou ik andere intrinsieke factoren definiëren als passie, fysieke geschiktheid en inzet. Talent pyramidHet relatieve belang van elke factor binnen een talent kan variëren alnaargelang de sport – technisch, uithouding, tactisch, … – maar moet oniskenbaar anwezig zijn. Het is dan aan de coach of trainer om de correcte balans te bepalen en de athleten daarop te screenen. Ik sta niet alleen met deze visie: atletiekcoach Jacques Borlée (Europees coach van het jaar) beweert dat talent slechts 20% van de 400m-loper geschiktheid en dus prestatie uitmaakt. Waarschijnlijk waar voor 400m zou ik dit zelfs naar minder dan 10% brengen voor alles boven 5000m.
Dezelfde methodologie kan toegepast worden voor business talenten: welk zijn de belangrijke intrinsieke kwaliteiten waarover iemand moet beschikken naast talent? Inzet zeer zeker. Passie? Uiteraard. Fysieke of mentale geschiktheid? Absoluut. Dit gezegd zijnde, welk is dan de ratio voor elk van deze componenten die aanwezig moet zijn in elk talent? Net als voor sport durf ik beweren dat talent waarschijnlijk de minst belangrijke factor van alle is. Ik heb heel mensen uitzonderlijke prestaties zien leveren gebaseerd op passie, zweet en tranen dat ik deze factoren even belangrijk – indien niet meer- acht dan hun talent. Wat is het verschil tussen Usain Bolt en Kim Collins? Iemand? Usain Bolt (Jamaica) is heft met 9.76sec de beste wereldprestatie 2011 op 100m neergezet in Brussel, Kim Collins (Saint Kitts and Nevis) liep een uitstekende 10.01sec in Zagreb. Da’s een verschil van 2.5% met Bolt. Weet je, er is slechts één Usain Bolt maar nogal wat Kim’s.Bolt-Collins in 100m Zagreb

Screent jouw organisatie voor kwaliteiten naast talent? Hoe vinden jullie de Kim Collins’en van deze wereld? Ik ben zeer geïnteresseerd om dit te vernemen.

Download this article in english: Hire Talent. Success guaranteed

h1

Waar marketeers dezer dagen zoal mee bezig zijn

20/06/2011

Alles onder controle?
“Hoe gaat het met je?” vraag ik aan vrienden of kennissen die ik tegen het lijf loopt. Dikwijls krijg je dan het obligate “Goed, en met jou?” als antwoord. Aan professionele relaties vraag ik af en toe de variante “Alles onder controle?”. Waarna je dan even obligaat “Zeker” of “Uiteraard” als antwoord krijgt. Als je dan “leugenaar” terugkaatst verschijnt ineens een frons bij mijn gesprekspartner. De kans dat iemand altijd alles onder controle heeft is immers zo klein dat ik me die uitspraak in 99,9% van de gevallen kan veroorloven. En dan komen ze, de kleine of grote(re) problemen van elke dag waar elke manager tegenaan loopt. Samen met de frustratie er aan gekoppeld dat het allemaal zo complex is, traag loopt of moeilijk te managen valt.

The times they are a changin’…
En nog geen klein beetje. Nog maar een paar jaar geleden kon je als marketeer de contactmomenten van je doelgroep met je merk of product redelijk opvolgen. Da’s nu even anders. De momenten waarop klanten in contact komen met je merk swingen de pan uit, de ‘deuren’ waarlangs ze in je organisatie binnenkomen niet bij te houden. Voor de coördinatie en publicatie van een email newsletter heb je verschillende aanspreekpunten in de organisatie nodig. Het beeldmateriaal haal je op verschillende plaatsen in de organisatie op. Herkenbaar? Nog steeds alles onder controle?

En de gevolgen …?
Marketing teams worden uitgebreid met nieuwe functies of moesten bestaande rollen integreren in de lokale organisaties: wie heeft nog geen Trade marketeer, social media manager, online coördinator, CRM specialist, marketing coördinator, DM programmer? Dat terwijl nog meer nieuwe producten in bestaande kanalen komen en nieuwe kanalen geopend worden voor bestaande producten. Resultaat: (marketing en sales) systemen en processen lopen uit de pas, resultaten kunnen niet transparant gemeten worden, kanaalconflicten, toenemende workload en niet in het minst… toename in kosten.

En hoe zou het ondertussen zijn met onze marketeer?
Om marketing en sales processen op elkaar af te stemmen krijgt de marketeer ondertussen een (IT)proliferatie aan management en monitoring systemen over zich heen en raken hij of zij niet meer van achter de laptop uit om de markt in te gaan en met klanten en consumenten te praten.
Om alle ballen in de lucht te blijven houden heb je als manager ogen, oren én tijd te kort.

De oplossing bestaat…
En is niet zo verbazingwekkend ingewikkeld. Uiteindelijk zoek je naar meer samenhang, betere coördinatie, meer inzicht, betere besluitvorming. Kortom, efficiëntie in marketing en sales voor een sterker merk.
SyncForce is een online brand management platform dat je toelaat om de creatie, implementatie en activatie van je merk integraal te managen. Alle merk gerelateerde informatie media en materialen worden opgeslagen in een centrale bron. Door alle stakeholders (medewerkers, management, klanten, pers, enz.) en systemen (website, klantenwebsite of webshop, reporting systemen, ERP, enz.) te koppelen zorg je er voor dat merk en merkbeleving consistent is voor alle doelgroepen, dat de huisstijl te allen tijde bewaakt wordt, dat lokaliseren en personaliseren van marketing materialen consistent gebeurt én dat de distributie efficiënt verloopt. De manager krijgt inzage in marketing en sales activiteiten en reporting en kan budgetten op efficiënte manier inzetten voor die sales tools die werkelijk werken.
Weet je wat ík als voornaamste voordeel van een platform als SyncForce beschouw? De marketeer kan zich weer (wat meer) met marketing gaan bezighouden. En van achter die laptop uitkomen.
Meer weten? Bel me of mail me.

Donwload this blog in english “What keeps them marketers busy these days”

h1

Patiënten zijn ook klanten

02/06/2011

“Hopelijk tot nooit meer!” Dat zei ik aan de behandelende geneesheer toen ik vorig jaar het ziekenhuis verliet na een kleine ingreep. Dat vat het dilemma van ziekenhuizen, poliklinieken, zorgverstrekkers samen: zij bieden diensten aan die eigenlijk niemand wil kopen. En toch doen we het, massaal en steeds meer. Niemand ook die er aan denkt om niet naar het ziekenhuis te gaan als het nodig is. Er is geen alternatief, toch?
Klopt, maar naar welk ziekenhuis ga je dan? Naar het dichtstbijzijnde, net om die reden? Of naar het ziekenhuis waarnaar je huisarts je heeft doorverwezen. De pientere patiënt gaat dezer dagen vooral naar het ziekenhuis – en de daaraan verbonden artsen – met de beste medische reputatie. Niet soms? Om dat en nog veel meer uit te vinden was de Vlerick Healthcare Management Day van afgelopen woensdag 1 juni dé uitgelezen gelegenheid. Thema dit jaar: “Brand Management: merkwaarde en nieuwe media in de zorgsector.”
Kunnen ziekenhuizen door de toenemende marktwerking en concurrentie er nog wel van uitgaan dat deze stroom van patiënten hun kant zal blijven opkomen? Patiënten zijn dezer dagen inderdaad veel beter geïnformeerd en mondiger voor ze op de onderzoekstafel belanden.
Met weinig zijn ze, de zorginstellingen in ons land die een marketeer in dienst hebben. Nochtans hebben ze alles van een grote commerciële organisatie met honderden medewerkers en ontelbare contactmomenten met de klant-patiënt of bezoeker. Daarenboven kennen ze hun klanten letterlijk van binnen en van buiten. Daarom zijn zij net uitstekend geplaatst om van die positie gebruik te maken en een voorkeursrelatie met hun klanten op te bouwen en hem of haar een Patient Experience te geven die er geen twijfel laat over bestaan waar de patiënt volgende keer zich zal willen laten behandelen.
Maar je merkt het wel tijdens zo’n dag: het blijft moeilijk liggen voor vooral de medici onder de deelnemers om andere klantcontactmomenten dan de medische handeling als dé bepalende factor voor patiënttevredenheid te accepteren. Medische behandeling of verzorging is de core business en natuurlijk is onthaal, vriendelijkheid van de verpleging, wachttijden bij het onderzoek, volledige en tijdige informatie over de behandeling, de netheid van de kamers, smaak en keuze van het menu belangrijk maar dat smelt weg eens de succesvol behandelde patiënt het ziekenhuis verlaat, toch? Hmm… Wie overtuigd is dat “Hoe valt het eten hier mee?” niet de meest gestelde vraag door ziekenhuisbezoekers is steekt zijn hand op.
Niet dat de deelnemers aan de Healthcare Management Day niet overtuigd zijn dat er ruimte is voor verandering. Zij wel, maar hoe overtuig je het directiecomité dat er middelen (euro’s én mensen) nodig zijn om een blijvende en impactvolle verandering te verankeren en van het ziekenhuismerk een sterk merk te maken? Dit schreeuwt om een pilootproject. Wie wil mag me bellen.
Aan de sprekers zal het overigens niet gelegen hebben: bevlogen, onderbouwd, uitdagend, confronterend en vooral inspirerend hebben zij de onderwerpen gebracht aan een breed spectrum van gezondheidswerkers of geïnteresseerden. Dank aan Frank Goedertier en Steven Van Belleghem voor het openen van heel wat ogen of geesten. Als hun verhaal er toe leidt dat er binnenkort slechts één of een paar initiatieven te lande komen om de “Patient Experience” concreet op te pakken zal dit mogelijk de sneeuwbal worden die – daar staat de zorgsector om bekend – snel gaat rollen.
De patiënt, ook maar een klant, zal er hen dankbaar voor zijn.

Download this blog in english: “Patients are only human”